
In onze liberale samenleving leek het heel lang volkomen vanzelfsprekend dat er ‘vrijheid’ was voor iedereen die wat van zijn leven wil maken. De afgelopen decennia sluipen er echter steeds meer niet-liberale elementen in onze samenleving waardoor ‘vrijheid’ een andere vorm krijgt.
Je kunt vrijheid immers gunnen aan iedereen die wat van zijn leven wil maken, maar je kunt het (net als inkomen) ook nivelleren door het te gunnen aan de ene groep (bijvoorbeeld de zwakkere) en te ontnemen aan een andere groep (bijvoorbeeld de sterkere). Je kunt ook vrijheid blokkeren door mensen in de bestaande samenleving te beschermen door nieuwe ontwikkelingen te blokkeren. Aan de hand van twee actuele voorbeelden wil ik dat in beeld brengen.
Omgaan met vluchtelingen.
Enerzijds willen we mensen in nood helpen, maar we tegelijkertijd verwachten we dat onze gastvrijheid wordt gerespecteerd. Dat gaat vaak goed, maar ook vaak niet. Dit heeft onder andere te maken met de manier waarop wij Nederlanders met vrijheid omgaan:
Manier 1
Progressief (‘links’) Nederland ziet vluchtelingen als een groep en geeft hen vrijheid ten koste van de mensen die hier al wonen. De misstanden van individuele leden binnen deze groep worden met
de mantel der liefde bedekt.
Manier 2
Conservatief ('rechts') Nederland ziet vluchtelingen ook als een groep en doet exact het tegenovergestelde. Zij willen alles houden zoals het is. Vluchtelingen passen hier niet in en hun vrijheid wordt geblokkeerd; ze mogen het land niet in of moeten terugkeren. Dat veel vluchtelingen zich wel goed ontwikkelen, integreren en bijdragen aan onze economie maakt dan niet uit.
Manier 3
Liberalen denken niet in groepen en willen ieder individu beoordelen zoals ze zijn. Het is tussen bovenstaande twee stromingen heel moeilijk om de emoties rondom andere keuzes te doorbreken. Wij liberalen zijn kritisch op de asielinstroom, maar scheren asielzoekers niet over één kam. Wij kijken naar vluchtelingen, die onze bescherming echt nodig hebben. Daarmee kan de instroom sterk beperkt worden.
Een complicerende factor is ook dat veel vluchtelingen zichzelf als een groep zien en uitzonderingen niet accepteren. Het gevolg is dat het voor individuele vluchtelingen ongelooflijk moeilijk is om een nieuw ‘thuis’ te realiseren en daarmee te integreren én mee te doen in onze liberale samenleving.
Omgaan met de wolf.
Het vraagstuk rondom de wolf kan langs dezelfde lijn getrokken worden. Door de wolf te beschermen en het vee niet wordt vrijheid herverdeeld. In dit geval gaat het om de vrijheid om te leven: mag een wolf hier leven of mag het vee hier leven? Het gaat inmiddels ook om de vraag of kinderen in het buitengebied alleen over straat kunnen en uiteraard hoe je je vee zult aantreffen.
De problematiek is hier natuurlijk dat je van vluchtelingen wel kunt vragen om ook ons vrijheid te gunnen. Van een wolf kun je dat niet verwachten: de wolf is een roofdier en doet wat de natuur hem meegeeft. Hij doodt dieren (en als er roedels komen: ook mensen). Het afschieten van wolven hoort daarom absoluut bij het beheersbaar houden van onze liberale samenleving. Waarom progressief Nederland hier zo’n plaat voor het hoofd heeft kan ik niet begrijpen.
Concluderend.
Dit idee kun je langs alle situaties leggen. Telkens als je je aan iemand stoort kun je jezelf de vraag stellen: gunt de persoon waar je je aan stoort een ander vrijheid? Dat heeft niets te maken met groepsvorming en bevoorrechting van bovenaf. Het gaat er om hoe je als burgers met elkaar omgaat en dat gedrag moet weer de norm worden. Immers eindigt jouw vrijheid, waar die van een ander begint.
Met liberale groet,
Peter Lamberts.