We gaan voor een financieel gezonde gemeente Barneveld.

Als de gemeente meer uitgeeft dan er binnenkomt, ontstaat er op enig moment problemen. Daarom letten we goed op onze gemeentelijke schatkist. We houden de lokale lasten laag door de gemeentelijke taken op een zuinige, maar effectieve manier uit te voeren. En als de gemeente geld overhoudt, zorgen we dat dit terecht komt bij onze inwoners en ondernemers. Zo houden we het leven in alle kernen voor iedereen betaalbaar.

Uw geld maakt de gemeente gelukkig.

Geld maakt gelukkig; vooral als je het hebt. Dat laatste is vaak het probleem en dat geldt ook voor de gemeente Barneveld.

 

Enerzijds is dat logisch: zo willen we met z’n allen dat er subsidies worden gegeven aan sport en cultuur, we willen dat zwakkeren in de samenleving ondersteund worden, de wegen waarop we rijden regelmatig gerepareerd en de schoolgebouwen waar onze kinderen les krijgen, worden gebouwd of onderhouden (hetgeen een gemeentelijke taak is). Daarnaast zijn onze ambtenaren geen vrijwilliger en hebben ze recht op een keurig salaris. Anderzijds is dat minder logisch: we betalen met z’n allen een behoorlijk bedrag aan gemeentelijke belastingen én (nog veel belangrijker) de gemeente krijgt ieder jaar een bijdrage van de landelijke overheid (betaald van onze landelijke belastingen). Dat zou genoeg moeten zijn.

 

Dan ontstaat er een helder probleem: zo zuinig als we zijn wanneer we moeten uitkomen met ons eigen inkomen zo gemakkelijk geven we het uit wanneer we een rol binnen de overheid hebben. Het is net als met een televisieprogramma: hele programma’s worden gemaakt om mensen in moeilijke situaties een hart onder de riem of een steun in de rug te geven. Het mag wat kosten en de blije presentator, die ons meeneemt in het geluk van de uitverkorene hoeft het niet zelf te betalen. Zo is het ook met de politicus die ons beloftes doet waar een gemiddelde Sinterklaas trots op zou zijn.

 

Het is dus heel menselijk: beloftes maken. En toch moet je als gemeente beseffen dat je weliswaar al je tekorten kunt opvangen met hogere belastingen, maar dat je er naar moet streven dit niet op die manier op te lossen. Op enig moment moet je tegen je burgers durven vertellen dat je bepaalde uitgaven niet gaat doen. Dat levert je vooral reacties op van mensen, die vinden dat deze uitgaven wél gedaan moeten worden. Tegelijkertijd levert het wél betalen van deze posten volop kritiek op van mensen, die vinden dat de gemeente niet steeds haar budget moet overschrijden.

 

Om de één of andere reden weet de VVD altijd tijdig op de rem te trappen als het gaat om overheidsuitgaven. Het is nooit leuk nieuws, maar wel nodig. Het is soms best wel frustrerend, zeker als je bedenkt dat we tijdens de crisis de financiële uitgaven grondig hebben hervormd en hebben moeten toezien hoe de huidige coalitie bij de start de (in financieel opzicht) zonnige periode heeft gebruikt om de gemeentelijke uitgaven structureel fors te verhogen. Het gevolg is dat we bij de start van de huidige coronacrisis geen (financieel) vet meer op de botten hebben en de inkomsten uit grondverkopen niet kunnen gebruiken voor het aflossen van een zeer forse schuld, maar voor het plakken van de gaten in de gemeentelijke schatkist.

 

Met de VVD in het college zal de VVD weer financieel op de rem trappen. Met een sterke VVD zal dit wat makkelijker gaan. Uw stem telt.

We bouwen onze schulden af.

Realiseren minstens 800 flexwoningen.