Namens de fractie van de Barneveldse VVD stellen Jarne van Schaik en Gerben Evers vragen aan het college van Burgemeester en Wethouders over de gemeentelijke planning en lokale invulling van het Nationaal Plan Ruimte voor Defensie (hierna NPRD).
Voor ons staat vast dat defensie een onmisbaar is voor onze veiligheid. In een sterk veranderende en zeer onrustige wereld is een sterke en toekomstbestendige krijgsmacht een must. Wij zijn dan ook te zeer te spreken over het feit dat Defensie, onder aanvoering van VVD-minister Ruben Brekelmans, volop gaat investeren in Defensie en de 2% norm gerealiseerd gaat worden. In een sterke en toekomstbestendige krijgsmacht kan en moet de gemeente haar steentje bijdragen. Gerben Evers hierover: “Met het groeiende belang van defensie in Nederland is het essentieel dat Barneveld meedenkt en meedoet. Zo kunnen we onze verantwoordelijkheid nemen en bijdragen aan onze veiligheid.”
Lokale rol in ruimte voor defensie.
In juli 2023 werd het NPRD gepresenteerd. Naar aanleiding van dit plan heeft de gemeente een zienswijze ingediend. Bij de behandeling van deze zienswijze in de gemeenteraad van februari heeft Jarne in zijn bijdrage aangegeven dat wij een andere houding van het college verwachten. Een houding van denken in kansen en toekomstmogelijkheden.
Vervolgens is de raad door het college geïnformeerd op in oktober over de ontwikkelingen omtrent het NPRD in Barneveld, middels een raadsmemo. Hierin heeft het college opgenomen:
"In de tussenliggende periode willen wij ook met uw raad het gesprek aangaan over deze visie. Over hoe we dat procesmatig op een goede wijze kunnen doen voeren wij het gesprek met Defensie. Wij komen daar te zijner tijd bij u op terug. Ook als er sprake is van wezenlijke nieuwe ontwikkelingen informeren wij u".
In november zijn wij vervolgens geïnformeerd middels een brief van de Staatsecretaris. Uit die brief blijkt dat een uitbreiding van Kazerne Stroe geen optie is, omdat de uitbreidingsalternatieven bij de kazerne beperkt zijn door de ligging in Natura-2000 gebied en binnen de geldende juridische kaders en vigerende natuur- en milieuwetgeving niet eenvoudig uitvoerbaar zijn. Tevens blijkt dat de planning van het ministerie is om in het eerste kwartaal van 2025 de voorkeurslocaties voor de verschillende onderdelen bekend te maken. Vervolgens zullen deze ter inzage gelegd worden. Op dat moment kunnen zienswijzen ingediend worden. Voor de zomer van 2025 wil het ministerie vervolgens de definitieve keuze maken.
Zelf regie houden op de lokale impact.
Wij zijn van mening dat we zelf regie moeten houden op het proces en de strategie richting het ministerie van defensie en er tijdig input geleverd moet worden aan datzelfde ministerie. Wij maken ons zorgen. Zorgen over die tijdigheid.
Daarnaast zijn wij van mening dat er een gemeentelijke visie moet komen op ruimte voor defensie en de raad daarbij betrokken moet worden.
“Barneveld kan en moet een actieve bijdrage leveren aan een toekomstbestendige krijgsmacht. Het is belangrijk dat onze gemeente tijdig input levert aan het ministerie en regie houdt op de lokale impact van het NPRD.”, aldus Jarne van Schaik.
Vragen.
- Is het college het met ons eens dat we zelf regie moeten houden in het proces en er tijdig input geleverd moet (blijven) worden aan het ministerie?
A. Zo ja, waarom heeft u het gesprek met de raad, zoals aangekondigd in de memo van 8 oktober nog niet gepland?
B. Zo ja, bent u het met ons eens dat de tijd begint te dringen om met elkaar in gesprek te gaan én herkent u onze zorg inzake het tijdig input leveren (in samenwerking met de raad) voor de volgende beslisronde in kwartaal 1 van 2025?
C. Zo niet, waarom niet? - Is het college het met ons eens dat we een gemeentelijke visie moeten ontwikkelen op defensie en de raad daarbij betrokken moet worden?
A. Zo ja, wanneer gaan we hiermee aan de slag?
B. Zo niet, waarom niet? - Kan ons een planning geschetst worden voor de komende periode inzake dit onderwerp?
- Bij de behandeling van de zienswijze in de raadsvergadering van februari jl. hebben wij u gevraagd de ‘denken in kansen’- houding aan te nemen. Waaruit blijkt dat u deze houding heeft aangenomen?